Mo-i-Rana - Odda - Reisverslag uit Loenen, Nederland van inge stoeltje - WaarBenJij.nu Mo-i-Rana - Odda - Reisverslag uit Loenen, Nederland van inge stoeltje - WaarBenJij.nu

Mo-i-Rana - Odda

Door: Inge

Blijf op de hoogte en volg inge

28 Juli 2013 | Nederland, Loenen

29 juni. Op de parkeerplaats bovenaan de Trollstigen hebben we de nacht doorgebracht. Het was koud en winderig, en de meeste campers vertrokken dan ook, naar een lager gelegen plaats die er niet ver vandaan was, zoals we ontdekten toen wij ook afdaalden. De dag ervoor hadden we lang gepauzeerd in Andalsnes en de Trollstigen op vonden we mooi genoeg. We waren het erover eens dat omhoog mooier is dan omlaag, omdat je veel meer ziet van de enorme waterval halverwege.
We waren op 22 juni uit Fauske vertrokken en passeerden de Poolcirkel op weg naar Mo-i-Rana. Natuurlijk moesten we even het “winkelparadijs”in, de meest vreselijke rommel is daar te koop en het was er vol met kijkers, ik had niet de indruk dat er veel kopers waren. Eenmaal weer buiten kwam de trein uit Bodo langs en omdat deze enkelspoorbaan vast niet zo druk is moest de trein op de foto. Zo dachten de treinpassagiers er ook over: vanachter de ramen werd ijverig geflitst. In Mo-i-Rana vonden we een parkeerplek bij de jachthaven, tegenover het politiebureau, rustig geslapen daar. De ochtendwandeling met Birka door de naastgelegen oude stadswijk met kleurige houten huizen was minder rustig door aanvallende meeuwen, die daar hun nesten hebben. Een lief buurtje met opgeknapte huizen, een soort Zaanse Schans. De volgende nacht in Mosjoen bij de rivier gestaan, daar stond weliswaar een bordje camping verboden, maar wij dachten er is ruimte genoeg. De volgende morgen moesten we om 8 uur haastig vertrekken, anders waren we compleet ingebouwd door geparkeerde auto’s. Die dag regende het vaak, de geplande wandeling bij Majavatn hebben we dan ook maar achterwege gelaten. In Snasa zou er volgens mevrouw Waltraud een mooie wandeling te maken zijn in een bijzonder stukje bos. We vonden een bordje “bergstigen”en dat liep aardig steil omhoog. Geen idee of dit het juiste was, we zijn teruggegaan en nadat we op het parkeerterrein van het sportpark de auto hadden achtergelaten nog even te voet op zoek en daar was dan het juiste pad, zo mogelijk nog steiler dan het eerste. Hier was een routekaartje te zien, een pad van 4 km. Besloten dat de volgende morgen te gaan doen. We hebben het geweten! Het was een enorme klim door een prachtig bos met bijzondere begroeiing, de kunst was nu het vinden van de twee soorten orchideeen die daar moesten zijn, nl. het venusschoentje en de vliegenorchis. De “gewone”soort bosorchis was overal, evenals wintergroen, linnaeusklokje en zilverwortel. Verder stond het vol met lelietjes van dalen, dit alles door de ondergrond van kalkhoudende rots en een beschutte bergkant. Wij dus klimmen, een pad vol stenen en boomwortels en ja, natuurlijk zag Rob als eerste de beide soorten orchissen, de vliegenorchis stond op een stenig, schaars begroeid stuk, en omdat het zo’n klein plantje is moest hij languit op zijn buik op de stenen om de foto te maken. Het venusschoentje is wat groter, maar valt in de dichte ondergroei veel minder op, hoe ziet die man dat toch altijd? Zie foto’s. Over de 4 km. deden wij ruim 3 uur, de route liep rond een meertje en hetzelfde pad bracht ons ook weer naar beneden en dit ging nog langzamer, want de stenen zijn glad en je voet achter een boomwortel is zo gebeurd. Maar het doel was bereikt, beide soorten staan erop!
Op weg naar Trondheim overnachtten we in Stiklestad. Hier werd in 1030 bij een slag Olav Haraldson gedood, die later als St.Olav vereerd zou worden omdat hij de Noren tot het christendom wilde bekeren. In Stiklestad is het nationale cultuurcentrum gevestigd, waar dit alles uitgebreid wordt verklaard en verder kun je het leuke openluchtmuseum en het enorme dito theater bezoeken. Op de bovenste rij van dit theater staat een ruiterstandbeeld in brons van Olav met het geheven kruis in de hand. De volgende dag bezochten we het graf? van Olav, dat zich bevindt onder het altaar van de Nidarosdom in Trondheim. Je moet een flinke som betalen om deze kerk te mogen bekijken en dan verwacht je niet dat je door de helse herrie van restauratiewerken er min of meer uit moet vluchten. Later ben ik nog teruggegaan om de crypte te bekijken, daar was het tenminste rustig. Op het zelfde kaartje mocht je ook het paleis van de aartsbisschop in, daar was een mooie tentoonstelling over de geschiedenis van de kerk, je kon aan de hand van miniaturen de volgorde van bouw en verval zien, wij vonden het er allemaal vrij nieuw uitzien, en dat klopte dus, pas vanaf halverwege de 19e eeuw is de kerk, die door brand grotendeels was verwoest, weer opgebouwd. Trondheim heeft een prima camperplaats, een deel van het parkeerterrein bij het stadion, waar je gratis 24 uur mag staan. Vlakbij is een voetbrug over de Nidelva, die je regelrecht naar het centrum van de stad brengt. In het centrum bekeken we behalve de kerk ook de oude stadsbrug met de poorten, vanaf de brug heb je uitzicht op de houten pakhuizen langs de oevers. Een pad langs de rivier voert je terug naar de auto.
Vanuit Trondheim gingen we via de scherenkust, die prachtig is (het weer werkte ook mee) richting Kristiansund om de Atlanterhav weg te volgen. Dit is een klein stukje spectaculaire weg vanuit Kristiansund tot Vevang, waar kleine eilanden en rotsen met elkaar zijn verbonden door dammen en bruggen. Een toeristentrekker van jewelste, het was er heel druk, vooral met campers, die iedere parkeerplaats in beslag nemen. De route is 26 km lang, maar heel bijzonder met als hoogtepunt de hoge, enigszins scheefhangende en ook nog in een bocht lopende brug. Wij deden hem aan het eind van de middag, er was wat bewolking, waardoor de foto’s beter lukten dan bij felle zon. Voor je op de weg bent moet je eerst door een tunnel vanuit Kristiansund van 6 km, die 10% daalt naar 243 m. en vervolgens weer stijgt. Tol natuurlijk. We zijn onder de indruk van de Noorse bouw op het gebied van tunnels en wegen. Een gewone dag hier kan bestaan uit een totaal van 20 km aan tunnels en 2 oversteken per veerboot, de langste tunnel die we hebben gehad was 12 km, het aantal van meer dan 3 km heb ik niet bijgehouden. Dit enorme land heeft zoveel tunnels en veerverbindingen, ook de meest afgelegen streken zijn te bereiken. Weliswaar langs zeer smalle weggetjes, zoals wij ondervonden op weg naar Odda, waar we twee dagen langs dunne rode lijntjes op de kaart omwegen maakten. We waren door het drukke toeristenverkeer op onze weg door de Geirangerfjord en Strynfjellet toe aan stille weggetjes. Er zijn daar twee passen over smalle wegen, waar je echt moet opletten, want de touringcars gaan niet zo gauw opzij. Op die smalle weggetjes kom je ook wel voor verrassingen te staan, eenbaanstunnels met een hoogte van 3.40m (voor ons genoeg), onverlicht, soms met hier en daar een uitgehakt deel boven de fjord waardoor daglicht valt, zodat je ziet waar de uitwijkplaatsen bij tegenliggers zijn. Kortom, het autorijden is hier wel een avontuur.
Op weg nu naar Kristiansand, want de reis zit er op, we hebben gezien waar we voor gingen. We namen weg 13 vanuit Odda en vervolgden via weg 134, over Haukelifjell en door het Setesdal. Het eerste deel is heel ruig bergland, veel sneeuw en we hoefden niet door de tunnel want die was dicht! Het alternatief was een vrij smalle weg, maar wat was het mooi. We hadden nog even een probleem met de toilettank, door de hoogte waarop we reden werkte de ontluchting niet goed, klep wilde niet open. Rob heeft dat geforceerd en het gevolg was natuurlijk dweilen, want dan komt de zaak er uit. Maar het toilet was weer bruikbaar. Laat in de middag waren we in Kristiansand, geen plaats op de boot van 8 uur ’s avonds, alleen tegen betaling van 500 euro. De afzetters! De andere maatschappij, Color Line had wel plaats voor de volgende morgen, we moesten ons om 6.30 u melden voor een ticket en dat liep allemaal prima. Om 8 uur vertrek, aankomst Hirtshals 11.15 u. We zijn een half dagje in Hirtshals gebleven, o.a. om te douchen, je kunt daar eenvoudig water innemen. Omdat het geen echt strandweer was toch gaan rijden, we overnachtten op een parkeerterrein bij Brovst, waar we later gezelschap kregen van een Duitse caravan. We hebben een stuk de kust gevolgd, hier is het Nat.Park Thy. Prachtig duinlandschap, we moesten over een hoog duin klauteren om bij het strand te komen. Zoveel mogelijk weg 181 gevolgd en overnacht in Ribe, op de uitstekende camperplaats. Het was mooi weer geworden en we trakteerden onszelf op een ijsje in de stad.
Vervolgens naar Duitsland en omdat we verlangden naar een veerboot wilden we de Elbe oversteken bij Gluckstad, maar dat moest met een omweg, de rechtstreekse weg was afgesloten. Het is altijd een leuke oversteek daar, de Elbe is er heel breed en we zagen een paar containerschepen uitvaren. Doorgereden naar Bremerhaven, ook hier een mooie camperplaats bij de vissershaven en zon! De volgende dag via Varel en de Wesertunnel (al weer!) richting Groningen, waar we een koffiebezoekje brachten en toen naar huis. 6 juli om 15 uur weer in Loenen.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

inge

Actief sinds 09 Jan. 2010
Verslag gelezen: 393
Totaal aantal bezoekers 49782

Voorgaande reizen:

23 April 2014 - 12 Juni 2014

Camperavontuur in de VS

10 Maart 2012 - 30 April 2012

Marokko Anders

31 Augustus 2011 - 20 Oktober 2011

Marokko met Vagebondreizen

01 April 2011 - 01 Juni 2011

Naar Turkije met Vagebond

14 Mei 2010 - 31 Oktober 2010

Mijn eerste reis in 2010

Landen bezocht: