Naar Turkije met Vagebond - Reisverslag uit Loenen, Nederland van inge stoeltje - WaarBenJij.nu Naar Turkije met Vagebond - Reisverslag uit Loenen, Nederland van inge stoeltje - WaarBenJij.nu

Naar Turkije met Vagebond

Door: inge

Blijf op de hoogte en volg inge

08 Juni 2011 | Nederland, Loenen


Van Venetië tot Cappadocië.
Inmiddels ruim een week terug in Loenen en hier dan eindelijk een verslag van onze reis naar Griekenland en Turkije van 8 april t/m 20 mei.
We verbleven eerst een weekje op een camping te Lido di Jesolo, waar de groep zich zou verzamelen. Vandaaruit moest er natuurlijk een tochtje naar Venetië gemaakt worden en dat deden we met de boot vanaf Punta Sabbioni. Je bent in 3 kwartier aan de overkant, waar je meteen in de drukte belandt, het lijkt wel het hele jaar toeristenseizoen in de stad. We konden dus aanschuiven in de smalle straatjes, maakten toch een mooie wandeling en aten gezellig op een terrasje.
De veerboot naar Igoumenitsa was tjokvol, je mag in je camper verblijven, zowel overdag als ’s nachts. Voorzien van een speciaal pasje kun je op het autodek komen. Een heel goede regeling voor de honden, want de overtocht duurt 24 uur en zo kan het diertje nog eens uitgelaten worden. Dat viel de onze niet mee, Birka heeft haar plas tot vlak voor de aankomst weten op te houden, toen deed ze een enorme. We hadden dan ook weinig uitloop tussen de campers en vrachtwagens door en omdat Birka niet de enige hond was moest je ook nog uitkijken waar je liep.
Vanuit de haven van Venetië vaar je langs de stad, dat is een enig gezicht, vanaf het hoogste dek heb je een prachtig beeld.
In Griekenland bezochten we op de heenweg het beroemde Meteora gebied: kloosters die bovenop steile rotsen zijn gebouwd. Voorheen alleen per geitenpad en hijstoestellen bereikbaar, tegenwoordig zijn er wegen en trappen aangelegd. Daardoor heeft het toerisme het gebied a.h.w. ingenomen; we waren er op zondag en de bussen verdrongen elkaar op de smalle wegen en parkeerplaatsen. Er zijn nog 6 kloosters in gebruik, we bezochten er twee. Omdat de Grieks-Orthodoxe kerk ook niet zo vrouwvriendelijk is moeten dames in lange broeken zich voorzien van een soort rok, een lap die rondom over de broek gaat. Grote hilariteit, de meeste lappen zijn te klein zodat het er niet uitziet. In de kloosters is meestal een museum, natuurlijk een winkel, maar vooral schitterend versierde kerken met vergulde panelen, enorme kroonluchters, fresco’s, houtsnijwerk enz. Als je bedenkt dat al die materialen zijn aangevoerd voordat er wegen in het gebied waren begrijp je de uitdrukking monnikenwerk ineens beter.
Turkije begon voor ons met de oversteek van de Dardanellen (smalle zeestraat), komende vanaf het schiereiland waar in 1915 tijdens WO I de slag van Gallipoli heeft plaatsgevonden. Overal bevinden zich begraafplaatsen en monumenten, die deze slag, die 500.000 mensenlevens heeft gekost, in herinnering houden. Wij bezochten een deeltje en kwamen veel Turkse monumenten tegen, waar het wemelde van de schoolreisjes. Vanwege de smalle en bochtige wegen hebben we het voor gezien gehouden.
Onze route voerde langs de West- en Zuidkust, waar veel overblijfselen uit de oudheid liggen. We bekeken Troje, waar je een prachtig uitzicht hebt over de omgeving en je goed kunt zien hoever de zee zich heeft teruggetrokken sinds dat beroemde beleg. De Turken hebben op de parkeerplaats een reusachtig houten paard neergezet, je kunt daar zelfs in en jezelf even een Griekse strijder voelen!
Pergamon is een andere beroemde opgraving. Met de camper mag je niet helemaal naar boven rijden, het alternatief is een splinternieuwe kabelbaan vanaf de parkeerplaats voor bussen. We aarzelden even, nog nooit in zo’n ding gezeten en onze 4 reisgenoten stonden ook niet te trappelen: 1 had ernstige hoogtevrees en 2 hadden eens een uur lang tussen hemel en aarde gezweefd wegens panne. Dus daar zaten we, krampachtig vooral niet naar beneden kijkend. Het bezoek aan Pergamon was er niet minder om, er is veel meer te zien dan in Troje en we hebben een paar uur heerlijk rondgedwaald.
Vanuit Kusadasi, een drukke en heel toeristische stad bekeken we nog de overblijfselen van Efese (Ephesos), ook weer zo’n must als je in de buurt bent. Onze gids was een Nederlands-
sprekende dame, geboren in Nederland, als kind van vijf naar Turkije verhuisd en samen met haar zuster had ze het Nederlands bijgehouden. En zo al jaren werkzaam in het toerisme. We ontmoeten regelmatig Turken die in Nederland en vooral in Duitsland gewerkt hebben, we krijgen de indruk dat ze meestal vrij welvarend zijn.
Efese is een prachtig monument, jammer genoeg ook hier honderden bezoekers en de schoolreisjes waren soms zo luidruchtig dat we de gids niet verstonden.
Naar Pamukkale ga je voor de kalksteenterrassen, een bergwand vol met sneeuwwitte kalksteenafzettingen, waar warm water over stroomt.De plaatjes laten een soort badkuipen zien, gevuld met blauw water, waarin gebaad wordt, maar dat is niet meer. Het water wordt grotendeels via een goot omlaag geleid, zodat de meeste badkuipen droog staan. Je mag alleen omhoog via één route over de rotsen en dan op blote voeten. Nu hadden wij het wel eens over het fenomeen van pelgrims die op hun knieën trappen bestijgen om vergeving voor al dan niet werkelijke zonden af te smeken. Hier kun je ook rustig spreken van een tocht ter penitentie, want het valt niet mee. Harde witte steen, afgewisseld met gemene randjes en akelig scherpe steentjes. Soms ijskoud water, dan weer lekker warm. Je schoenen sjouw je mee, eenmaal boven kun je dan de overblijfselen van de antieke stad Hiërapolis bekijken.
Je bent niet alleen, drommen toeristen en schoolklassen werken zich omhoog, je moet steeds opletten waar je loopt, want een teen is zo opengehaald aan de scherpe steen, we zagen zelfs een heel bloedspoor. ’s Avonds wordt het geheel in de schijnwerpers gezet, in kleur nog wel, je kunt dat sprookjesachtig noemen, kitscherig komt er dichterbij.
Het volgende doel was de “Turkse Biesbos”, via een groot meer en allerlei kanaaltjes kom je bij het schildpaddenstrand van Dalyan. Onze camping lag aan het meer en we werden daar opgehaald door een leuke boot: afdakje met lange baken en tafels. Zelfs een keuken aan boord en een barbecue “buiten boord”, waar de vissen voor de lunch werden geroosterd. Het was een heel eind varen voor we bij het strand waren, je passeert Dalyan en te zien aan de grote aantallen boten die daar lagen moet het er ’s zomers filevaren zijn. Het strand is beschermd, je mag er alleen overdag komen, want ’s nachts zijn de schildpadden aan de leg, dat gebeurt pas later in de zomer, we zagen dus niets van begraven eieren.
Op de terugweg een bezoek aan het modderbad. Het weer was omgeslagen, regen en onweer. Toch in het bad: een bak met kniehoog, naar zwavel ruikend water met zachte modder op de bodem. De bedoeling is dat je de modder over je lichaam smeert, dat een tijdje laat intrekken en dan afspoelen onder een koude! douche. Vervolgens vlug het volgende bad in met warm, eveneens naar zwavel ruikend water om door te warmen en daarna weer onder de koude douche. Wat voelden wij ons opgeknapt door dit ritueel! We hebben vreselijk gelachen, je ziet er niet uit met die modder op je lijf. Begeleid door donderslagen en keiharde popmuziek stoven wij terug over het meer, onderweg stortregens, het aantal droge plaatsen op de boot werd steeds kleiner, zodat we als verzopen katten de camping weer bereikten, die intussen ook in een modderpoel was veranderd. Voor dat modderbad hadden we dus niet weg gehoeven, maar alles bij elkaar was het een enige dag. De volgende morgen moesten een paar campers wel even uit de modder geduwd worden!
Ook vanuit Kas stond een boottocht op het programma, deze keer de zee op. Prachtig weer, fris windje, ’s avonds dan ook aardig verbrand, natuurlijk zonnebrandmiddel vergeten. Lunch aan boord, geroosterde spiezen deze keer, drankjes te koop, zelfs koffie als er vuur beschikbaar was, het eten ging voor. We voeren langs de verzonken stad Kekova, je ziet onder water wat muren, op het land zijn ook nog restanten van huizen te zien. Er werd twee keer een zwemstop ingelast, maar het water was nogal koud, er waren maar een paar dapperen.
Een wandelstop was in Simena, een autovrij plaatsje (geen weg naartoe), waar een flinke klim te maken was naar de burcht en een heel veld met antieke rotsgraven.
Het was een hele dag varen, een prachtige tocht langs baaien en kleine rotseilanden.
Op paasmorgen, na het ontbijt waar we 60 eieren voor kookten en bordjes met Italiaans paasbrood en chocolade eitjes ronddeelden, bezochten we in Demre het graf van St.Nicolaas, de echte! Er staat een byzantijnse kerk, waar op deze paasdag een drukbezochte mis werd opgedragen. Allemaal Oost-Europese toeristen, waarvan de vrouwen zich allemaal van een hoofddoek en sommigen zelfs van een overrok hadden voorzien, wat nogal vreemd stond bij hun zeer zomerse kleding. Met brandende kaarsjes in de hand en een devote blik volgde men de mis en Rob fotografeerde erop los. In een zijnis bij het altaar werd hij ineens gespot door een zwartrok, en verwijderd: wel 3 overtredingen, vergeten zijn pet af te zetten, korte broek aan en foto’s maken.
De fresco’s zijn mooi, de graftombe van de heilige helaas opengebroken. De Turken hebben het verhaal van de vermenging met de Kerstman netjes opgeschreven: de borden in het dorp verwijzen naar Noel Baba!
Diezelfde avond hadden we een excursie naar de eeuwige vlammen van Chimaera in Cirali. In het reisboek stond een pittige klim, en dat was het! Een pad omhoog, met grote stenen, hoge treden en af en toe een vlakker stuk. Het laatste stuk was ongelijke rots met gaten, waar het gas uitkomt. Veel vlammen zijn gedoofd, bij de nog brandende kun je even uitblazen. Het is een bijzonder natuurverschijnsel, waar een legende aan vast zit: het vuurspuwende monster Chimaera ligt hier onder de berg opgesloten en laat door de vlammen zien dat hij nog steeds leeft. De terugtocht was nog zwaarder, het werd al donker en de zaklantaarn was niet voor niets mee. Zonder brokken kwam iedereen weer in de bus terug. Het was meteen stil op de camping, de oudjes gingen direct plat.
Het laatste hoogtepunt aan de kust was een bezoek aan “hemel en hel”. Een diepe kloof, waar aan de ene kant een soort enorme put is, waar volgens de legende de god Zeus door een draak gevangen werd gehouden, tot hij zich wist te bevrijden en de draak overmeesterde. Deze draak werd overgebracht naar Sicilië, waar hij nu onder de Etna rust! Zo leer je nog eens iets.
De hemel begint aan de andere kant van de kloof, een lieflijk geheel met bomen, bloemen en vogels. De traptreden voeren je lager en lager. Na 450 treden (niet nageteld) sta je in de diepte bij de Mariakapel, volgens de overlevering gebouwd door de apostel Paulus, die in deze streken meer sporen heeft nagelaten. Vanaf de kapel kun je dan nog lager, een grot in, 150 glibberige, ongelijke treden (handen en voetenwerk) en dan sta je bij de ingang van de onderwereld, het rijk van Hades. Zelfs kun je de rivier Aous (Styx) horen stromen in de verte.
Na al deze oefeningen op weg naar Cappadocië, waarover meer in het volgende verslag.


  • 08 Juni 2011 - 12:38

    Hans En Riet:

    Hallo Inge en Rob,
    Bedankt voor het schitterende verslag van jullie reis tot Cappadocië. We hadden vorige week vrijdag al het een en ander van jullie gehoord maar als je dit leest hoor je Inge het zeggen.
    We wachten het volgende deel met spanning af.
    Hans en Riet

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

inge

Actief sinds 09 Jan. 2010
Verslag gelezen: 620
Totaal aantal bezoekers 49803

Voorgaande reizen:

23 April 2014 - 12 Juni 2014

Camperavontuur in de VS

10 Maart 2012 - 30 April 2012

Marokko Anders

31 Augustus 2011 - 20 Oktober 2011

Marokko met Vagebondreizen

01 April 2011 - 01 Juni 2011

Naar Turkije met Vagebond

14 Mei 2010 - 31 Oktober 2010

Mijn eerste reis in 2010

Landen bezocht: